In de dagen van Herodes, de koning van Judea, was er een priester van de afdeling van Abia, van wie de naam Zacharias was. En zijn vrouw behoorde tot de dochters van Aäron en haar naam was Elizabet. Zij waren beiden rechtvaardig voor God en wandelden onberispelijk volgens alle geboden en verordeningen van de Heere. En zij hadden geen kind, omdat Elizabet onvruchtbaar was en zij beiden op leeftijd gekomen waren.